Beurzen tussen angst en zoektocht naar rendement
Het was een woelig beursjaar tot dusver: aandelenkoersen schommelden op en neer in 2019. Beleggers schuiven tussen angst en een moeizame zoektocht naar rendement. Ze zijn ongerust over een escalatie in de politieke wanorde, het R-woord (recessie) en het prijskaartje van hun aandelen. Maar als ze een veilig onderkomen zoeken op de obligatiemarkten, moeten ze zich tevreden stellen met een rendement gelijk aan nul of lager. Wie risico nam, kon dit jaar wél een aantrekkelijk rendement noteren.
Vanwaar haalden de aandelenbeurzen dan hun zuurstof? Drie factoren zijn belangrijk. Eén: consumenten hielden de economische groei al bij al intact. Twee: de bedrijfsresultaten zijn sinds 2018 sterk de hoogte ingegaan. En drie: de uitzonderlijk lage rentevoeten boden steun. De koersen naderen nu (eind november) een recordniveau. Sinds begin 2019 stegen de aandelen +25,30% in de Verenigde Staten (S&P 500 in Amerikaanse dollar), +20,67% in Europa (Stoxx 600 in euro), +27,17% in China (Shanghai Shenzhen CSI300 in yuan). Dat zijn mooie cijfers. De rente op tienjarige obligaties in Duitsland daalde daarentegen van +0,24% tot -0,36% en in de Verenigde Staten van +2,68% tot +1,77% in 2019. Analisten verwachten ook in 2020 een verdere stijging rond de 9% van de aandelenkoersen in Europa en de Verenigde Staten. Zelfs als deze vooruitzichten te optimistisch zouden blijken, geven aandelen nog steeds beduidend hogere vergoedingen dan obligaties.