Financiële en estate planning

Prinsjesdag 2020: de belangrijkste fiscale maatregelen

|

Afgelopen dinsdag was het Prinsjesdag en heeft het kabinet de nieuwe begroting en fiscale maatregelen voor 2021 (en verder) gepresenteerd. Hieronder treft u de belangrijkste voorstellen voor vermogende particulieren en directeur-grootaandeelhouders (DGA’s) aan.

Inkomstenbelasting

Sinds 1 januari 2020 is in de loon- en inkomstenbelasting sprake van een tweeschijvenstelsel met een basistarief van 37,35% tot een belastbaar box 1-inkomen van € 68.507 en een toptarief van 49,50%. Het basistarief zal in 2021 verlaagd worden tot 37,10%. Het toptarief blijft ongewijzigd. Het kabinet verlaagt dit tarief tussen tot uiteindelijk 37,03% in 2024.

Het maximale aftrektarief voor aftrekposten, zoals de hypotheekrenteaftrek en de persoonsgebonden aftrek, daalt in 2021 naar 43% (2020: 46%). Het is de bedoeling dat dit aftrektarief vanaf 2023 gelijk is aan het basistarief in box 1 (circa 37%).

Door de verhoging van de arbeidskorting uit 2022 een jaar naar voren te halen, gaat werken komend jaar meer lonen. Zowel werknemers als zelfstandigen profiteren hiervan. Deze verhoging komt bovenop een al eerder geplande verhoging voor 2021. Ook de algemene heffingskorting en de ouderenkorting worden verhoogd.

De aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld (Wet Hillen) zal nog slechts voor 90% in aanmerking genomen mogen worden. Oftewel, indien er géén of geringe eigenwoningschuld is, zal 10% van het eigenwoningforfait bijgeteld worden bij het inkomen.

Huiseigenaren moeten via het eigen woningforfait een percentage van de WOZ-waarde van hun woning optellen bij hun belastbare inkomen. Voor woningen met een waarde tot € 1,1 miljoen daalt dit percentage in 2021 met 0,1% tot 0,5%.

Box 3 heffing spaarders

De eerder aangekondigde wijziging van de heffingssystematiek van box 3 is van de baan, omdat het niet-spaarders teveel zou benadelen. Het belasten van het werkelijke rendement blijft voor het huidige kabinet het uiteindelijke doel. Het systeem blijft vooralsnog echter rekenen met een fictief rendement. Het heffingsvrije vermogen wordt met ingang van 1 januari 2021 verhoogd van € 30.846 naar € 50.000 (voor partners van € 61.692 naar € 100.000). De schijfgrenzen zijn opnieuw bepaald, waarbij de 2e schijf begint bij een box 3-vermogen van € 100.000 en de 3e schijf bij een vermogen van € 1 miljoen. Het tarief van de belasting gaat omhoog van 30% naar 31%. Dit betekent dat iedereen met spaargeld of belegd vermogen tot € 220.000 (of € 440.000 met fiscaal partner) daarover minder belasting gaat betalen.

Vennootschapsbelasting

De geplande verlaging van de tarieven in de vennootschapsbelasting (‘VpB’) wordt deels geschrapt. De verlaging van de tarieven in de VpB wordt alleen doorgevoerd voor de belastbare winst tot € 245.000. De grens van de eerste schijf in de VpB wordt daarbij verhoogd van € 200.000 naar € 245.000. In de eerste schijf wordt het tarief in de VpB verlaagd van 16,5% naar 15%. Voor winsten boven de € 245.000 grens blijft het tarief van 25% gelden in plaats van de geplande verlaging naar 21,7%. Vanaf 2021 geldt het lage tarief voor winsten tot € 245.000 in plaats van € 200.000. In 2022 zal deze grens verder verhoogd worden naar € 395.000.

Het box 2-tarief wordt verhoogd van 26,25% in 2020 naar 26,90% in 2021. De effectieve gecombineerde belastingdruk van de vennootschapsbelasting in combinatie met de box 2 heffing bedraagt in 2021 respectievelijk 37,87% en 45,18% voor winsten tot en met € 245.000 en winsten hoger dan € 245.000.

Rekening-courant maatregel

Om excessief lenen bij de eigen vennootschap door aanmerkelijkbelanghouders tegen te gaan is in juni 2020 een wetsvoorstel ingediend dat voorziet in het belasten van schulden boven € 500.000 als fictief voordeel in box 2. De rekening-courantmaatregel zal op veel DGA’s financiële impact hebben. Gezien de verdere verhoging van het tarief in box 2 kan het voor een DGA voordelig zijn om een eventuele rekeningcourantschuld aan de eigen vennootschap nog in 2020 af te lossen middels een dividenduitkering. 

Overdrachtsbelasting

Het kabinet wil de mogelijkheden voor starters om een eigen woning te kopen vergroten. Voor starters tussen 18 en 35 jaar is voorgesteld een vrijstelling van overdrachtsbelasting in te voeren die een woning voor eigen gebruik kopen. Hiervoor gelden overigens enkele voorwaarden. Voor andere verkrijgers van een eigen woning blijft het tarief 2%. Particuliere beleggers die een woning kopen zonder dat zij daar zelf in gaan wonen, worden echter geconfronteerd met een tarief van 8%. Dit overdrachtsbelastingtarief zal ook gaan gelden voor de verkrijging van niet-woningen, zoals bedrijfspanden.

 

Bijtelling

Het algemene bijtellingspercentage voor auto’s van de zaak is 22%. In 2020 geldt voor elektrische auto’s een korting van 14% op het bijtellingspercentage tot een maximum cataloguswaarde van € 45.000. De korting wordt voor nieuwe auto’s in de jaren tot 2026 als volgt afgebouwd tot nihil:

 

  2021  2022-2024 2025 2026-e.v.

Korting

 10% 6%  5%  n.v.t. 

Maximum

 €40.000  €40.000  €40.000 n.v.t. 

Het maximum is niet van toepassing op emissievrije auto’s met een motor die kan worden gevoed met waterstof. Deze uitzondering wordt uitgebreid voor zonnecelauto’s.

Vervolg

Het Belastingplan 2021 is nog niet definitief. De Tweede Kamer en vervolgens de Eerste Kamer zullen de plannen nog moeten goedkeuren. Wij houden u op de hoogte over de verdere ontwikkelingen. 

Wenst u meer informatie?

Wij vertellen u graag meer over de aangekondigde wijziging en wat dit mogelijk voor u persoonlijk kan betekenen. Wenst u meer informatie of heeft u vragen? Neemt u gerust contact op met Pim Hoyng via e‑mail of telefonisch (06-20701400). Hij is Financial & Estate Planner en richt zich op de vermogende particulieren en directeur-grootaandeelhouders. Binnen zijn vakgebied houdt hij u op de hoogte van actuele ontwikkelingen.

Pim Hoyng
Pim Hoyng Financial & Estate Planner

Deze publicatie dateert van 23 september 2020