Financiële en estate planning

Deze fiscale wijzigingen zijn van belang voor vermogende particulieren en DGA’s

|

Het einde van het jaar nadert. Na de val van het kabinet eerder dit jaar en het aangekondigde vertrek van Staatssecretaris van Financiën Marnix van Rij, leken  grote veranderingen op fiscaal vlak onwaarschijnlijk. De realiteit pakte echter anders uit. In september werd het Belastingplan 2024 gepresenteerd met een aantal plannen die mogelijk impact hebben op u als vermogende particulier of DGA (directeur- grootaandeelhouder). Graag informeren we u over enkele van de aanstaande wijzigingen.

Box 3 werkt nog met forfaitair rendement per vermogenscategorie en tarief gaat omhoog

Op dit moment geldt voor uw box 3 vermogen de ‘Overbruggingswet box 3’. Dit wordt ook wel de spaarvariant genoemd, waarbij de fiscus kijkt naar de werkelijke vermogensmix. De volgende categorieën worden onderscheiden:

  • Overige bezittingen
  • Schulden
  • Spaargeld

Bij het doen van uw aangifte gaat het om de vermogensverdeling op 1 januari (‘peildatum’). Voor deze drie vermogenscategorieën is voor de belastingheffing in box 3 nog steeds een forfaitair rendement het uitgangspunt. Verder is het goed om het volgende te weten:

  • Het heffingsvrije vermogen bedraagt € 57.000.
  •  In geval van fiscaal partnerschap geldt het dubbele bedrag.
  • Het huidige belastingtarief is 32% (2023). Dit tarief gaat in 2024 versneld naar 36%.

De forfaitaire rendementen per categorie verschillen in hoogte en datum van bekendmaking

Het forfaitaire rendement voor de categorieën spaargeld en schulden wordt pas in februari na het kalenderjaar bekend gemaakt. Voor het kalenderjaar 2023 weten we het dus pas komende februari. Het forfaitaire rendement op overige bezittingen is al eerder bekend:

  • Voor 2023 gaat het om 6,17%
  • Voor 2024 gaat het om 6,04%

In de voorlopige aanslag voor 2023 is rekening gehouden met een percentage van 0,36% voor spaargeld en 2,57% voor schulden. Door de gestegen rente kunt u ervan uitgaan dat het forfaitair rendement voor spaargeld hoger uitpakt.

Verschuiven tussen vermogenscategorieën voor jaareinde?

Cliënten vragen ons wel eens of het kan lonen om vermogen binnen box 3 te verplaatsen door bijvoorbeeld beleggingen met een hoog rendementspercentage om te zetten in spaargeld met een laag rendementspercentage. Of door meer schulden aan te gaan. Het antwoord hierop is duidelijk. Het omzetten van vermogensbestanddelen van bijvoorbeeld beleggingen naar spaargeld rondom de peildatum 1 januari tussen 1 oktober en 31 maart leidt niet tot een lagere belastingheffing tenzij sprake is van zakelijke overwegingen. Hiervoor geldt een arbitrageperiode van 3 maanden. De belastingplichtige zal eventuele zakelijke overwegingen op verzoek voldoende aannemelijk moeten maken.

Een voorbeeld
Het vermogen in box 3 bestaat uit € 500.000 spaargeld en € 500.000 beleggingen. Het totale vermogen bedraagt dus € 1.000.000. In de berekening is geen rekening gehouden met het heffingsvrije vermogen van € 57.000.

Het forfaitaire rendement reken je als volgt uit:

Spaargeld:                                                                          € 500.000 maal 0,36% = € 1.800
Overige bezittingen:                                                       € 500.000 maal 6,04% = € 30.200
Totaal forfaitair rendement:                                       € 1.800 + € 30.200 = € 32.000
De belastingheffing in box 3 bedraagt:                  € 32.000 maal 36% = € 11.520

Forfaitair rendement is er nog tot 2027, pas dan geldt de Wet werkelijk rendement box 3

In september hebben wij u geïnformeerd over het conceptwetsvoorstel over de nieuwe vorm van box 3-heffing vanaf 2027: ‘Wet werkelijk rendement box 3’. U kunt hier meer over lezen in dit artikel.

Vanaf 2024 gaat de belasting in box 2 omlaag én omhoog

U betaalt in 2023 26,9% aan box 2-heffing in geval uw BV dividend aan u uitkeert. Vanaf volgend jaar (2024) gaat dit veranderen en gaan twee schijven gelden:

  • Tot € 67.000 geldt een tariefsverlaging tot 24,5%.
  • Daarboven geldt een tarief van 33%.

In geval van fiscaal partnerschap mag u beiden van deze grens gebruik maken (€ 134.000).

Een groot dividendbedrag uitkeren in 2023 kan het overwegen waard zijn

De tariefwijziging stelt DGA’s voor de keuze om in 2023 wel of geen dividend uit te keren. De hamvraag is dus of het gunstig is om in 2023 dividend uit te keren Stel dat u na al weet dat u komend jaar of in de verdere toekomst een groot bedrag in privé moet betalen, dan kan het lonen om in 2023 nog dividend uit te keren. Als u echter jaarlijks een bedrag in privé nodig hebt voor bijvoorbeeld de aanvulling op uw inkomen of pensioen en dit valt binnen de 24,5% schijf, dan is het gunstig om jaarlijks dividenduitkeringen te doen.

Het uiteindelijke besluit is afhankelijk van drie factoren:

  1. Het rendement dat u verwacht over de box 2-claim
  2. Hoe lang u deze claim verwacht uit te kunnen stellen
  3. De hoogte van de box 3 tarieven.

De tweede factor houdt ook verband met uw levensverwachting. Bij een eventueel overlijden moet de voornoemde box 2-claim namelijk worden voldaan. Gezien de complexiteit en het financiële belang, adviseren we u deze problematiek voor jaareinde met uw fiscaal adviseur te bespreken.

Houd rekening met de inwerkingtreding van de Wet excessief lenen bij eigen vennootschap

In 2020 is het wetsvoorstel ´Wet excessief lenen bij eigen vennootschap´ gepresenteerd. Doel is het ontmoedigen van excessief lenen bij de eigen vennootschap, aangezien het kabinet van mening is dat een aanmerkelijkbelanghouder (ab-houder) de mogelijkheid heeft om belastingheffing langdurig uit te stellen. Een ab-houder is iemand die 5% of meer van de aandelen in een vennootschap houdt.

Een DGA moet vanaf 2023 inkomstenbelasting in box 2 betalen over leningen van een vennootschap, voor zover die leningen aan het einde van het kalenderjaar méér bedragen dan € 700.000 en niet zijn aangegaan ter financiering van de eigen woning. Per 1 januari 2023 wordt aan het eind van elk kalenderjaar het totaal aan schulden van de ab-houder aan de eigen vennootschap berekend. Het deel van de schulden dat de € 700.000 te boven gaat, wordt vervolgens als fictief regulier voordeel in box 2 belast. In 2024 wordt de grens van € 700.000 verder teruggebracht naar € 500.000. Het kan dus mogelijk lonen om dit jaar de schuld aan de BV al tot € 500.000 aflossen tegen 26,9% in plaats van tegen 33% in 2024.

Tip

Wij zien dat de invoering van deze wet op veel DGA's financiële impact heeft en dat DGA’s overgaan tot aflossing van de lening bij de eigen BV. Mocht u nog geen actie hebben ondernomen, dan adviseren wij u de mogelijke gevolgen voor jaareinde met uw fiscaal adviseur te bespreken. Dit ook in het licht van de verhoging van het box 2 tarief.

Let op

Het Belastingplan 2024 is al door de Tweede Kamer maar nog niet door de Eerste Kamer. Dat gebeurt pas op 19 december.

Neem gerust contact op bij vragen

Heeft u specifieke vragen over de mogelijke impact van de aanstaande wijzigingen op uw financiële positie en planning? Neem gerust contact op met uw private banker. Wij helpen u graag verder.