202005-VISUAL-Online-veiligheid-artikelbanner-2

Hoge Raad verwerpt huidige box 3-spelregels

  • 19 juli 2024
  • Financiële en estate planning

Op 6 juni 2024 heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan in vijf zaken over de heffing van inkomstenbelasting in box 3 na invoering van de Wet rechtsherstel box 3De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het stelsel van de Wet rechtsherstel box 3 (voor de jaren 2017 tot en met 2022) en de Overbruggingswet box 3 (vanaf 2023) in strijd is met Europees Recht. Het gaat om gevallen waarin het forfaitaire rendement hoger is dan het werkelijke rendement. In dit artikel zetten we uiteen wat deze uitspraak voor u betekent.

In het kort:

  • De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de huidige box 3 wetgeving op de schop moet.
  • Dit gaat gevolgen hebben voor u, als u vermogen heeft dat onder box 3 valt.
  • Is uw werkelijke rendement op dit vermogen lager dan het forfaitaire rendement? Dan is compensatie op zijn plaats, maar u als belastingplichtige dient dit eerst te bewijzen.
  • De overheid werkt het precieze hoe & wanneer nu uit.
  • De materie is vrij technisch van aard. Neem bij vragen contact op met uw private banker.

De wetgever dacht een oplossing te hebben gevonden na een eerdere uitspraak van de Hoge Raad
In het Kerstarrest (2021) oordeelde de Hoge Raad dat de box 3 heffing in strijd is met het discriminatieverbod (EVRM) en inbreuk maakt op het eigendomsrecht. Daarop ontwierp de wetgever de Wet rechtsherstel box 3 en later de Overbruggingswet box 3. Box 3 vermogen werd niet langer op één hoop gegooid, maar er kwam een onderverdeling in drie categorieën:

  • banktegoeden (zoals rekening-couranttegoed en spaargeld);
  • overige bezittingen (zoals effecten en beleggingsvastgoed);
  • box 3 schulden.

Iedere categorie krijgt jaarlijks een eigen forfaitair rendement, waarover je vervolgens 36% belasting betaalt.

Forfaitair rendement is het jaarlijks door de fiscus vastgestelde fictieve rendement op uw vermogen in box 3. Over dit rendement betaalt u 36% belasting.

De Hoge Raad verbiedt dat u nog langer belasting betaalt over een te hoog forfaitair rendement
De Hoge Raad heeft duidelijk gemaakt dat box 3 niet in stand kan blijven. Er is sneller een inbreuk op het eigendomsrecht, namelijk in alle gevallen waarbij het werkelijk rendement lager is dan het forfaitair rendement. Deze uitspraak heeft grote gevolgen voor de Belastingdienst (organisatorisch), voor de overheid (budgettair) en voor u, als u belastingplichtige met box 3 vermogen bent.

De overheid heeft twee maanden de tijd nodig om tot een concrete aanpak te komen
De Staatssecretaris van Financiën heeft – daarom - aangegeven ongeveer acht weken de tijd nodig te hebben om de gevolgen van de uitspraak in kaart te brengen. Ook geeft de Staatssecretaris aan dat de belastingplichtigen voor wie de uitspraak gevolgen heeft, per brief worden geïnformeerd door de Belastingdienst. Als dit voor u geldt, hoeft u dus geen actie te ondernemen.

De Hoge Raad verwerpt de toepassing van forfaitair rendement. Zij oordeelt dat alleen belastingheffing over werkelijk rendement rechtmatig is, als dit lager uitpakt dan forfaitair rendement.

De Hoge Raad wil belastingheffing op werkelijk rendement, volgens een aangescherpte definitie
De Hoge Raad heeft regels geformuleerd om het werkelijke rendement vast te stellen en wel als volgt:

  • Het rendement op alle vermogensbestanddelen in box 3 dient meegenomen te worden; dus niet alleen de vermogensbestanddelen die u op de peildatum van 1 januari had.
  • Het werkelijke rendement betreft niet alleen de voordelen die worden genoten uit vermogensbestanddelen, zoals rente, dividend en huur, maar ook de gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van deze vermogensbestanddelen.
  • Het gaat om het rendement van de vermogensbestanddelen zonder rekening te houden met het heffingsvrije vermogen van € 57.000 per persoon (2024).
  • Het gaat om het nominale rendement; er wordt geen rekening gehouden met inflatie.
  • Verliesverrekening van positieve of negatieve rendementen in andere jaren is niet mogelijk.
  • Met kosten wordt geen rekening gehouden, met uitzondering van rente op box 3 schulden.

Als belastingplichtige dient u te bewijzen wat de omvang van het werkelijke rendement is op het gehele box 3- vermogen en dat deze lager is dan het forfaitaire rendement. Dit kan met behulp van het digitale formulier ‘Opgaaf werkelijk rendement’ dat daarvoor beschikbaar komt. U kunt pas bezwaar maken nádat de aanslag over het betreffende jaar definitief is vastgesteld. Voor de jaren 2022 en 2023 is dit nog niet het geval.

Bij werkelijk rendement gaat het om ‘genoten voordelen’ (zoals rente, dividend en huur) en waardeveranderingen, óók de ongerealiseerde (zoals een effectenportefeuille die in waarde is gestegen of vastgoed met een hogere WOZ-waarde).

Het is goed mogelijk dat de Hoge Raad uitspraak een beperkte impact heeft op vastgoed in box 3
We schenken hier extra aandacht aan vastgoed in box 3. Als dit voor u aan de orde is, dient u rekening te houden met huur en gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen, waarbij de WOZ-waarde leidend is. Alleen eventuele rentekosten mag u in aftrek brengen. We hebben afgelopen jaren gezien dat vastgoed meestal in waarde is gestegen. Het is dus goed mogelijk dat uw werkelijk rendement hierop hoger is dan het forfaitaire rendement. In dat geval is er geen aanleiding om tegen een aanslag op basis van het forfaitaire rendement in verweer te komen. De impact van de Hoge Raad uitspraak voor bezitters van vastgoed in box 3 verschilt echter per situatie. Als belastingplichtige moet u dus gaan rekenen.

Neem gerust contact op bij vragen
Wij begrijpen dat u voorgaande als stevige kost kunt beschouwen. Zijn er onduidelijkheden en heeft u vragen? U kunt altijd aankloppen bij uw private banker. Heeft u fiscale vragen over de mogelijke impact van de Hoge Raad uitspraak voor uw specifieke situatie? Dan raden wij u aan om in gesprek te gaan met uw fiscaal adviseur.

De hierin opgenomen informatie bevat geen beleggings-, juridisch of fiscaal advies. Neem contact op met uw fiscaal of juridisch adviseur voor de gevolgen van de genoemde fiscale en juridische actualiteiten voor uw persoonlijke situatie.