Frederik Baert: ‘Families praten nu opener over geld’

Vlaming Frederik Baert werkt twaalf jaar bij Delen en pendelt al ruim zeven jaar van Antwerpen naar Amsterdam. Inmiddels kent hij onze hoofdstad zo goed, dat hij serieus overweegt om met zijn gezin de overstap naar Nederland te maken. ‘De omgeving van het Apollo House spreekt me zeer aan, ik hou van de architectuur uit de jaren twintig en dertig.’

Ben je inmiddels een beetje Nederlander geworden?

‘Als je ergens lang werkt, ga je vanzelf gewoontes en gedragingen absorberen. Ik vind de communicatie in Nederland erg verschillen met hoe dat in België gaat. Jullie hebben een cultuur waarin heel juist en goed wordt gecommuniceerd. Ook als het op besluitvorming aankomt zie ik duidelijke verschillen. Verder is er gelukkig ook veel hetzelfde, wat de bankzaken betreft zelfs bijna 90%. De belangrijke verschillen zitten in zaken als communicatie: je wil de juiste snaar raken.’

Hoe omschrijf je jouw werk bij Delen?

‘Als ik mezelf introduceer verwijs ik eigenlijk nooit naar mijn functietitel (algemeen directeur, red.) maar vertel ik wat mijn werkzaamheden zijn. Ik bouw de zaken in Nederland verder uit voor de bank: overnames, integraties. We zijn altijd op de uitkijk naar goede commerciële krachten die kunnen aansluiten bij onze bestaande teams. Zo hebben we in het oosten van het land een extra aanwezigheid dankzij de overname van Groenstate Vermogensbeheer.

Daarnaast heb ik nog een beperkte klantportefeuille in België, dat doe ik twee dagen per week. Ik haal daar veel voldoening uit en het helpt ook bij het aansturen van de commerciële teams. Ik werk zelf met alle tools en moet ook af en toe tegenvallende performance bespreken met een klant. Ik geloof in realistisch management, te hoge targets zijn de bron van veel kwaad. Daarom werken we ook zonder bonussen, zodat niemand concurrent van elkaar wordt.’

Je komt uit een financiële familie, betekent dat je kinderen financieel goed opgevoed zijn?

‘Ja, dat klopt, mijn vader werkte als bankier en mijn vrouw is ook een bankier. We hebben vier kinderen, in de leeftijd variërend van 10 tot 20 jaar, dus er zit wel verschil in hoeveel ze al met hun financiën bezig zijn. De een heeft er ook van nature meer interesse in dan de ander. Maar we praten er actief over en stimuleren ook sparen, beleggen en je eigen geld verdienen. Vanaf zestien jaar mogen ze een baantje en dat moedigen we aan door dan iets bij hun uurloon te leggen.’

Waarom richt Delen zich als private bank op jongere generaties?

‘Dat heeft te maken met de overdracht van vermogen, we willen de volgende generatie graag vroeg leren kennen. Vaak worden er bij ons rekeningen geopend voor kleinkinderen of studerende kinderen. Ik vind het altijd mooi als we dan drie generaties tegelijk bij de bank mogen ontvangen, dat komt regelmatig voor. Zelf bankieren we trouwens ook met drie generaties bij Delen.

Het draait er in ons vak altijd om dat de verstandhouding goed is. Het valt me op dat er binnen families een stuk makkelijker over geld wordt gepraat dan vroeger. De relaties tussen generaties zijn opener, dat is een positieve ontwikkeling. Ook banken en notarissen communiceren meer, zijn transparanter.’

Helpt digitalisering bij die transparantie?

‘Zeker, je kunt in ons digitale archief bijvoorbeeld zelf bepalen wie je inzicht geeft in bepaalde documenten. Die kan je dan open zetten of juist weer sluiten. Het feit dat al je belangrijke documenten online op één plek staan is niet alleen praktisch, het is ook een belangrijk deel van onze dienstverlening. Als ik bij een klant ben pak ik altijd de app erbij en laat ik zien hoe het werkt. Als alles erin staat geeft dat een fantastisch comfort. Voor mijn eigen ouders doe ik dat ook, eens in de zoveel tijd scannen we de belangrijke papieren in. Zeker als op een bepaalde leeftijd het bijhouden van de administratie lastiger wordt, is zo’n functie heel prettig.’