Het is de taak – en het plezier – van elke grootouder om zijn of haar kleinkind te verwennen. Voor sommigen is daar ook een financiële kant aan: ze wensen hen een duwtje in de rug te geven, bijvoorbeeld bij de aankoop van een nieuw huis of bij de opstart van een eigen zaak. Hoe pakt u dat best aan?
De praktijk van 'generatiesprong' laat kapitaal niet aan de kinderen over, maar meteen aan de kleinkinderen. Er bestaan verschillende technieken om zo’n ‘generatiesprong’ te realiseren. U kunt eerst en vooral zelf de regie in handen nemen, via een schenking of via het testament. Het principe van beide technieken is hetzelfde, maar ze bereiken hun doel – namelijk het begunstigen van uw kleinkinderen en het realiseren van een fiscale besparing – op een verschillende manier (zie verder). U kunt er ook voor kiezen zelf geen actieve planning uit te werken en het over te laten aan uw kinderen. Zij kunnen dan, na uw overlijden, zelf stappen ondernemen om hun eigen kinderen (uw kleinkinderen) te bevoordelen. Het volstaat dan dat uw kinderen uw nalatenschap verwerpen of de goederen die zij van u hebben geërfd op hun beurt doorschenken aan hun kinderen.
Een schenking
De schenking is een overeenkomst waardoor u tijdens uw leven een deel van uw vermogen rechtstreeks overmaakt aan uw kleinkinderen. Zij heeft onmiddellijke uitwerking en is in beginsel onherroepelijk. Door de schenking verkleint u onmiddellijk uw vermogen, waardoor uw kinderen bij uw overlijden minder erfbelasting moeten betalen.
Daarbovenop is de schenking van roerende goederen door een hand-of bankgift1 (bijv. geld, een effectenportefeuille of zelfs kunstvoorwerpen) volledig belastingvrij wanneer u deze schenking drie jaar overleeft2. U kunt deze risicotermijn van drie jaar afkopen door deze hand- of bankgift aan uw kleinkinderen (of een kopie van de schenkingsakte die u verlijdt voor een buitenlandse notaris) te laten registreren aan het vlak tarief van 3% (in het Vlaams en Brussels Hoofdstedelijk Gewest) of 3,3% (in het Waals Gewest). Door de registratie verdwijnen de geschonken roerende goederen definitief uit uw nalatenschap en is er geen erfbelasting meer op verschuldigd, ook niet wanneer u overlijdt binnen de drie jaar volgend op de schenking.
1 In principe moeten alle schenkingen bij notariële akte worden gedaan, wat aanleiding geeft tot de heffing van schenkingsrechten (zie verder). De belangrijkste uitzonderingen op deze regel zijn hand- en bankgiften. Een handgift is de fysieke overdracht van het geschonken goed (bijvoorbeeld juwelen, kunstwerken, enz.) door de schenker aan de ontvanger. Naast de handgift komt men in de praktijk ook de bankgift tegen, waarbij de schenker contant geld en/of effecten van zijn bankrekening overmaakt naar die van de begiftigde(n).
Wanneer het voorwerp van de schenking niet fysiek kan worden overgedragen, of wanneer de schenker zich het vruchtgebruik wenst voor te behouden, moet de schenking evenwel bij notariële akte geschieden.
2 De goederen die u wegschenkt binnen de drie jaar vóór uw overlijden en waarop geen schenkbelasting (schenkingsrecht) betaald werd, worden geacht deel uit te maken van uw nalatenschap, en de begiftigden moeten hierop alsnog erfbelasting betalen.