In de arena met Tomballe
- 1 oktober 2025
- Inspired
Piepschuim, Oud-Griekse taferelen en een scherp mes. Meer heeft kunstenaar Florian Tomballe niet nodig om zich uit te leven. In de wijk Merksemheide heeft de Antwerpse beeldhouwer zijn eigen mini-Akropolis gecreëerd, een plek waar groteske Griekse figuren tot leven komen en de invloeden van Picasso en Permeke nooit veraf zijn.
Op een druilerige dinsdag stapten we Florians atelier binnen, gebeten om zijn wereld vol spieren en sagen beter te leren kennen. We zochten een rustig hoekje op aan de rand van zijn arena en – de nieuwsgierigheid niet langer de baas – wierpen onze vragen als speren op hem af.
Je komt uit een kunstenaarsfamilie. Hoe heeft dat jouw vorming als kunstenaar beïnvloed?
Mijn vader is schilder en hij is mijn grote voorbeeld. De stijl en thema’s van zijn werken hebben mij als kunstenaar sterk beïnvloed, zowel vormelijk als inhoudelijk. Hij schilderde veelal robuuste, gespierde figuren. In zijn atelier lag er ook steeds referentiemateriaal rond bodybuilding, boekjes waar ik als kind gefascineerd doorheen bladerde. Dat gecombineerd met mijn liefde voor actiehelden in mijn jeugd heeft een onmiskenbare indruk nagelaten. Het zaadje was geplant.
Voor mij leek een kunstrichting een logische keuze: mijn broer studeerde aan de kunsthumaniora en dat sprak me alleszins meer aan dan humane wetenschappen (lacht). Op de kunsthumaniora kreeg ik veel steun van de leerkrachten, wat mij aanmoedigde om verder te gaan met kunst.
Nadien ben ik naar de kunstacademie gegaan. Daar worstelde ik aanvankelijk om mijn weg te vinden, maar daarna heb ik een klik gemaakt en resoluut gekozen voor beeldhouwkunst. De eerste jaren na de academie hield ik nog sterk vast aan de spelregels en wetmatigheden van het klassieke beeldhouwen. Ik maakte toen voornamelijk Kouroi: Oud-Griekse mannelijke naaktbeelden. Tijdens het werken aan mijn laatste klassiek geïnspireerde beeld beleefde ik een aha-moment. Ik ben toen begonnen met het maken van kleine schetsen in vrijere vormen, wat intuïtiever en natuurlijker aanvoelde. Uiteindelijk heb ik het klassieke beeldhouwen achterwege gelaten om over te stappen naar een vrijere vorm.
Als ik niet kan beeldhouwen, word ik onrustig.
De Oude Grieken zijn een duidelijke inspiratiebron. Hoe is die fascinatie ontloken?
Mijn vader schilderde vaak mythologische scènes en sagen, zoals De ontvoering van Europa, Venus en Mars ... Dus dat zat sowieso diep bij mij ingebakken. Op de kunstacademie heb ik ook enkele mythologische werken gemaakt. Griekse mythologie bevat een enorm rijke bron aan informatie.
Niet enkel de oude Grieken inspireren mij: ook naar Picasso kijk ik enorm op. Hij was
buitengewoon productief en werkte vanuit een soort obsessie die ik zelf ook wou
ervaren. De kindsheid en speelsheid die hij ondanks zijn turbulente leven steeds behouden heeft, is bewonderenswaardig.
De meeste werken worden eerst vervaardigd uit piepschuim. Vanwaar die materiaalkeuze?
Piepschuim laat me toe om snel te werken, wat me voldoening geeft en aanleunt bij mijn temperament. Ik ben vrij ongeduldig, traag werken druist in tegen mijn natuur. Met piepschuim kan je vrij snel een bepaald resultaat bekomen. Het vormt de kern waarmee ik werk, nadien wordt dit dan omgezet in een mal en gegoten in acrylhars of krijgt het werk een coating.
In welke mate spelen emoties of persoonlijke ervaringen een rol in jouw werk?
Mijn gemoed heeft geen rechtstreekse impact. Mijn werk is een constante, ongeacht of ik nu droevig of blij ben. Ik heb ook geen vastomlijnd idee van welke emoties ik wil oproepen met mijn werk, maar er zit een zekere luchtigheid en vrolijkheid in mijn beelden die toeschouwers misschien wel oppikken. Zelf kijk ik liefst naar kunst waar ik in zekere zin vrolijk van word. Picasso kon dit opmerkelijk goed: zijn schilderij Guernica is an sich een gruwelijk tafereel, en toch krijgt het door de vormgeving iets speels.
Welke mythe rond beeldhouwkunst wil je graag ontkrachten?
Er heerst het idee dat beeldhouwen zwoegen is met massief en duur materiaal, maar daar denk ik anders over. De misvatting dat beeldhouwwerken altijd zwaar zijn, is een zienswijze waar je ook mee kan spelen. Zo heb ik tijdens mijn laatste jaren aan de academie een gigantisch rotsblok uit piepschuim gemaakt. We hebben die rots vervolgens naast de academie tentoongesteld en het daar met hijsbanden op een pallet geplaatst, alsof het loodzwaar was en met kranen tot daar was gebracht.
De Spartanen legden doorgaans een ijzeren discipline aan de dag. Volg je als kunstenaar een strak schema?
Ik leg mezelf geen ijzeren discipline op en kan moeilijk beschrijven wat me drijft. Het is niet zozeer een hobby of een passie, maar één ding is zeker: ik kan niet zonder beeldhouwen.
Een verslaving is misschien nog de beste omschrijving. Ik herinner me dat ik ooit mijn vriendin in Spanje ging bezoeken en dus een paar weken niet in mijn atelier kon werken. Al na enkele dagen sloeg de verveling toe en was ik gefrustreerd. Als ik niet kan beeldhouwen, word ik onrustig.
Stel: je kan jouw beeldhouwwerken eender waar tentoonstellen.
Welke plek zou je uitkiezen?
Het is moeilijk om één locatie eruit te pikken. Ik twijfel tussen het Akropolismuseum in Athene of The Metropolitan Museum of Art in New York. Als ik echt moet kiezen, dan toch liefst het Akropolismuseum: dicht bij de bron.
Hoe ga je om met de verwachtingen van de kunstmarkt?
Wat de markt verwacht, houdt me eigenlijk niet bezig. Ik ga nooit op maat werken van het publiek. Er schuilt misschien ook een zeker gevaar in je te hard laten beïnvloeden door wat de markt en galerijen wensen. Dat kan voor een kunstenaar beperkend zijn en ertoe leiden dat je werk een repetitief karakter krijgt. Maar ik denk niet dat ik daar vatbaar voor ben, aangezien veelzijdigheid en onvoorspelbaarheid primeren in mijn werk.
Wat de markt verwacht, houdt me eigenlijk niet bezig.
Hoe begin je aan en nieuw beeld?
Dat gebeurt bijna altijd on the spot, waarbij ik vertrek vanuit mijn fantasie of vage droombeelden. Ik kom in mijn atelier en als ik niets af te werken heb, neem ik een blad of een blok en begin ik die leegte in te vullen. Voor mij is het spannender om ‘taille directe’ te werken, dus tekenen op het blok, een silhouet uitnemen en van daaruit steeds dieper uithouwen.
Ik gebruik zelden referentiemateriaal en zit niet te wachten op een bepaald creatief inzicht of een eureka-moment: mijn inspiratie is het werken zelf.
Persoonlijk hecht ik daar veel belang aan: basisprincipes onder de knie krijgen is essentieel om een kader te hebben, een fundering waaruit je kan vertrekken. Binnen dat kader kan je dan spelen en je eigen stem vinden als kunstenaar.
Tot slot: wat brengt de toekomst?
Misschien zal er ooit minder abstractie aan bod komen in mijn beelden. Het is best mogelijk dat ik op een dag opnieuw teruggrijp naar het klassieke of juist meer geometrisch ga werken. Of en wanneer dat gaat gebeuren kan ik niet zeggen. We zien wel welke richting het uitgaat.
Maar als ik toch even mag mijmeren over de toekomst, dan lijkt een atelier aan de mooie Middellandse kust me wel wat (lacht).
Delen Private Bank en kunst
Delen Private Bank ondersteunt Belgische kunst in al haar vormen. Met dank aan PLUS-ONE Projects presenteert de bank een selectie werken van Florian Tomballe in haar kantoren in Antwerpen en Knokke. Eerder was zijn werk ook te zien op de Delen-stand tijdens Luxembourg Art Week en op de kunstbeurs BRAFA.
Op de website Delen.ART vindt u meer informatie over Delens liefde voor kunst en de collecties die de bank tentoonstelt.
Delen.ART en de kunstinitiatieven van de bank zijn uitsluitend bedoeld om kunst een podium te geven. Ze zijn niet commercieel van aard.