Frederik Kalff over samenwerken en opvoeden: ‘Ik wil vooral geen curlingouder zijn’

Delen-directeur Frederik Kalff woont en werkt in Amsterdam. Hij combineert in zijn werk de zorgzaamheid van een klassieke private bank met een open en transparante cultuur, waarmee Delen ook de jongere generaties aanspreekt. Niet onbelangrijk, als je met de hele familie aan tafel zit.

Hoe leg je aan mensen uit wat jouw werk inhoudt?

‘Ik werk voor een familiale private bank, mijn werk houdt in dat ik mijn klanten gemoedsrust biedt. Bescherming van hun vermogen voor de lange termijn, over de generaties heen. Vermogensbeheer is daar een belangrijk onderdeel van, maar ook vermogensplanning en estate planning horen daarbij. Naast het bedienen van bestaande klanten ben ik actief op zoek naar nieuwe klanten. We zijn al flink gegroeid de laatste jaren, dat is mooi. En nu met de naamswijziging van Oyens & Van Eeghen naar Delen Private Bank kunnen we nog beter laten zien dat we een klassieke private bank in een moderne jas zijn. We richten ons onder meer op jongeren en ondernemers en hebben daarom de ondergrens losgelaten. We kijken naar potentie en wat we aan mogelijkheden zien in de toekomst. We kunnen jonge professionals echt helpen in deze fase van hun leven.’

Waar denk je aan bij Family Values?

‘Op het werk is dat een open relatie met je collega’s, wederzijds vertrouwen. Heel persoonlijk en transparant. Het privéleven is daarbij belangrijk, want als je thuis niet lekker gaat, lukt het op het werk ook niet goed. De pandemie heeft ons behalve narigheid ook het een en ander gebracht. Zo zat ik vroeger om half acht op kantoor, nu breng ik eerst de kinderen naar school. Omdat ik gemerkt heb, wat dat toevoegt. Dus als mensen thuis werken en tussendoor graag hardlopen, geen probleem. Dat vertrouwen geef ik graag en hoort bij de derde generatie familiebank die we zijn. Veel klanten die we bedienen zijn ook families, dus dat is een rode draad. Thuis ben ik net zo open, misschien nog iets meer (lacht) en probeer ik vooral geen curlingouder te zijn. Mijn zoontjes mogen fouten maken, ik probeer ze daar vooral van te laten leren. Je probeert kaders mee te geven zoals je die zelf ook hebt gekregen van je ouders.’

Digital native of digital immigrant?

‘Ik ben echt een immigrant wat dat betreft. Mijn vrouw is veel meer een digital native en daarbij een early adapter. Ik lees papieren boeken. Aan de andere kant vind ik het fijn dat we nu met één apparaat ons hele leven kunnen managen. Van belastingaangifte tot reizen boeken. Bij Delen bieden we klanten aan om de hele administratie te digitaliseren. Dat kunnen mensen zelf doen, maar ze mogen ook langskomen met de spreekwoordelijke schoenendoos en dan regelen wij het. Als je het dan hebt over gemoedsrust, is dat zeker voor ouderen heel fijn. Stel dat iemand wegvalt, dan is een telefoontje voldoende om overzicht te krijgen. Wij gebruiken het echt als een ondersteuning in onze digitale dienstverlening.’

Hoe werk jij aan een duurzamere toekomst, voor jezelf en voor Delen?

‘Duurzaamheid is wat mij betreft breder dan het klimaat of milieu. In principe ben ik een optimist, ik vind dat er veel wordt gefocust op slecht nieuws en weinig op wat we kunnen doen. Als individu kan je ook bijdragen, door kleine dingen te doen. Professioneel is er bij vermogensbeheer veel vraag naar duurzame investeringen, vooral van jongere klanten. Beleggen doen wij duurzaam, in bedrijven die vooral bezig zijn met hun toekomst. Delen is als bank aangesloten bij EOS van Federated Hermes, die uit onze naam stemt bij aandeelhoudersvergaderingen en in gesprek gaat met bedrijven. In totaal beheren zij 900 miljard dollar: dat maakt natuurlijk meer indrukzorgt dat je daadwerkelijk impact kan maken.’

Waarom is financiële gemoedsrust zo belangrijk?

‘De meeste klanten hebben hard gewerkt of zijn hard aan het werk voor hun vermogen en wij mogen dat beheren. Ze geven inzicht in hun hele financiële situatie, dan kom je heel dichtbij. Daarom is het belangrijk dat klanten zich thuis voelen bij ons. Dan kunnen ze in alle rust hun zaak verder uitbouwen of zich richten op filantropisch werk. Een ander belangrijk aspect van financiële gemoedsrust vind ik pensioen. Ook daar kunnen we helpen door proactief mee te denken. Ik vind het altijd heel interessant om met jongeren te bespreken: besef, dat als je nu vanaf je achttiende iedere dag vijf euro opzij zou zetten tot je vijfenzestigste, dan heb je echt een behoorlijk bedrag. Als je maar vroeg begint en regelmatig inlegt. Jongeren bij de arm nemen over dit onderwerp is geen overbodige luxe.’